5. constateert dat ook het voorstel van de Raad, waarin de financieringsbehoeften voor Kosovo, oorspronkelijk geraamd op 500 miljoen euro voor 2000, worden opgesplitst over de begrotingsjaren 2000 (360 miljoen) en 2001 (140 miljoen) en een deel van de steun voor wederopbouw gefinancierd zou moeten worden door de overdracht van kredieten van 1999, niet berust op een voldoende bevredigende inschatting van de behoeften, het gewenste tijdschema en de eventuele taken van de Unie;
5. hebt hervor, daß der Vorschlag des Rates, den ursprünglich auf 500 Mio. Euro für 2000 veranschlagten Finanzierungsbedarf für den Kosovo auf die Haushaltsjahre 2000 (360 Mio. Euro) und 2001 (140 Mio. Euro) aufzuteilen und einen Teil des Wiederaufbaus im Jahre 2000 über Mittelübertragungen aus dem Jahr 1999 und eine Neuzuweisung eines Teils der humanitären Hilfe zu finanzieren, nicht auf einer in jeder Hinsicht zufriedenstellenden Analyse des Bedarfs, des wünschenswerten Zeitplans und der von der Union zu übernehmenden Verantwortlichkeiten basiert;