De voorbeelden van het vergelijkend recht tonen aan dat het contradictoir verloop van het deskundigenonderzoek in strafzaken geenszins onwerkbaar is; zij zouden het Belgisch rech
t moeten inspireren opdat daarin ervan wordt uitgegaan dat het deskundigenonderzoek in strafzaken, bevolen in de voorbereidende fase, in beginsel contradictoir verloopt (wat inzonderheid aan de magistraat van het openbaar ministerie of aan de onderzoeksrechter die het heeft bevolen de verplichting zou opleggen, zoals in burgerlijke zaken, de deskundige te verzoeken de partijen reeds bij het begin van zijn opdracht op te roepen en te horen, hun verklaringen en vo
...[+++]rderingen te verzamelen, en vervolgens hun zijn vaststellingen mede te delen en hun opmerkingen te aanhoren alvorens zijn conclusies te formuleren) en dat die magistraat slechts in uitzonderlijke omstandigheden (bijvoorbeeld wanneer de strategie van het onderzoek zou worden bedreigd door de tegenspraak, wanneer het spoedeisend karakter het verantwoordt, wanneer het onderzoek het nog niet mogelijk heeft gemaakt met voldoende zekerheid de personen die zouden kunnen zijn betrokken te identificeren) van het beginsel zou kunnen afwijken, na een gemotiveerde beslissing die, in alle gevallen, vatbaar zou kunnen zijn voor een jurisdictionele censuur a posteriori.Die Beispiele der Rechtsvergleichung zeigten, dass der kontradiktorische Ablauf der Begutachtung in Strafsachen keineswegs unpraktizierbar sei; sie müssten das belgische Recht ins
pirieren, damit man darin davon ausgehe, dass die in der vorbereitenden Phase angeordnete Begutachtung in Strafsachen grundsätzlich auf kontradiktorische Weise ablaufe (was insbesondere den Magistraten der Staatsanwaltschaft oder den Untersuchungsrichter, der sie angeordnet habe, dazu verpflichte, wie in Zivilsachen den Sachverständigen aufzufordern, bereits zu Beginn seines Auftrags die Parteien vorzuladen und anzuhören, ihre Aussagen
und Forde ...[+++]rungen zu erfassen und ihnen anschliessend seine Feststellungen mitzuteilen sowie ihre Anmerkungen aufzunehmen, bevor er seine Schlussfolgerungen formuliere) und der besagte Magistrat nur aufgrund aussergewöhnlicher Umstände (beispielsweise wenn die Strategie der Ermittlungen durch die kontradiktorische Beschaffenheit bedroht würde, wenn die Dringlichkeit es rechtfertige, wenn die Ermittlungen es noch nicht ermöglicht hätten, mit ausreichender Sicherheit die möglicherweise betroffenen Personen zu identifizieren) von dem Grundsatz abweichen könne mittels einer begründeten Entscheidung, die in jedem Fall Gegenstand einer nachträglichen gerichtlichen Kontrolle wäre.