Het wetsontwerp dat aan de oorsprong lag van de voormelde wet van 30 juli 1963, bepaalde dat de handelsvertegenwoordiger « zich gewoonlijk buiten de lokalen van de onderneming, voor rekening van een of meer opdrachtgevers doorlopend bezighoudt met het onderhandelen over of het afsluiten van zaken en bezoldigd wordt bij wijze van commissieloon of vaste wedde » (Parl. St., Senaat, 1958-1959, nr. 313, p. 11).
Der Gesetzentwurf, aus dem das vorerwähnte Gesetz vom 30. Juli 1963 entstanden ist, sah vor, dass der Handelsvertreter « sich gewöhnlich außerhalb der Räumlichkeiten des Unternehmens für Rechnung eines oder mehrerer Auftraggeber fortlaufend mit dem Aushandeln oder dem Abschließen von Geschäften befasst und durch Provisionen oder ein festes Gehalt entlohnt wird » (Parl. Dok., Senat, 1958-1959, Nr. 313, S. 11).
