3. Een entiteit als bedoeld in lid 2 die gelijkenis vertoont met een instelling voor collectieve belegging of een fonds of regeling voor collectieve belegging als bedoeld in lid 2, achtste alinea, onder a), kan ervoor kiezen voor de toepassing van deze richtlijn als een instelling, fonds of regeling voor collectieve belegging te worden behandeld.
(3) Eine Einrichtung nach Absatz 2, die einem Organismus für gemeinsame Anlagen oder einem Investmentfonds oder Investmentsystem für gemeinsame Anlagen nach Absatz 2 Unterabsatz 8 Buchstabe a ähnlich ist, hat die Möglichkeit, sich für die Zwecke dieser Richtlinie als einen Organismus, einen Investmentfond oder ein Investmentsystem dieser Art behandeln zu lassen.