In afwijking van het tweede lid, 1, a), wordt de in het eerste lid bedoelde pensioenleeftijd op 56 jaar vastgesteld voor de personeelsleden met een graad van het off
icierskader van het operationeel kader, bezoldigd volgens de weddeschaal O2, die met ingang van 1 april 2001 in die weddeschaal werden ingeschaald en die, voor ze naar de politiediensten ov
erstapten, de graad hadden van adjudant of van adjudant-chef bij de rijkswacht en de uitkering ontvingen als bedoeld in artikel 29, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 24 okt
...[+++]ober 1983 betreffende het geldelijk statuut van het rijkswachtpersoneel.In Abweichung von Absatz 2 Nr. 1 Buchstabe a) wird das in Absatz 1 vorgesehene Pensionsalter auf 56 Jahre festgesetzt für die Personalmitglieder, die Inhaber eines Grades im Offizierskader des Einsatzkaders sind, eine Besoldung in der Gehaltstabelle 02 erhalten und die ab dem 1. April 2001 in diese Tabelle eingefügt wurden und vor ihrem Ubergang zum Polizeidienst den Grad als Adjutant oder als Chefadjutant der Gendarmerie besassen und die in Artikel 29 § 1 Absatz 2 des königlichen Erlasses vom 24. Oktober 1983 zur Festlegung des Besoldungsstatuts der Personalmitglieder der Gendarmerie vorgesehene Zulage erhielten.