Vertaling van "opgelegd om over te gaan tot de ambtshalve heffing waarin " (Nederlands → Duits) :

Daaruit volgt dat het ontbreken, in de in het geding zijnde bepalingen, van een termijn die aan de gewestelijke administratie wordt opgelegd om over te gaan tot de ambtshalve heffing waarin artikel 14 van de in het geding zijnde ordonnantie voorziet, namelijk de termijn voor ambtshalve heffing vermeld in B.2.1, een onverantwoord verschil in behandeling doet ontstaan tussen de door de prejudiciële vraag beoogde categorieën van belastingplichtigen.
Folglich wird durch das Fehlen einer Frist, die der Regionalverwaltung auferlegt wird, um die in Artikel 14 der fraglichen Ordonnanz vorgesehene Besteuerung von Amts wegen vorzunehmen, nämlich die im Falle der Besteuerung von Amts wegen vorgesehene Frist, die in B.2.1 erwähnt wurde, in den fraglichen Bestimmungen ein ungerechtfertigter Behandlungsunterschied zwischen den in der Vorabentscheidungsfrage erwähnten Kategorien von Steuerpflichtigen eingeführt.

Alvorens over te gaan tot de ambtshalve heffing, stellen de ambtenaren de belastingplichtigen, bij aangetekende brief, in kennis van de motieven van de ambtshalve heffing en de elementen op basis waarvan de belasting zal worden geheven.
Bevor sie zur Besteuerung von Amts wegen übergehen, notifizieren die Beamten dem Steuerpflichtigen per Einschreiben die Gründe für die Besteuerung von Amts wegen und die Elemente, auf denen die Steuer beruht.

Artikel 5 van de voormelde ordonnantie van 17 juli 1997 heeft een termijn ingevoerd om over te gaan tot de in het geding zijnde ambtshalve heffing, teneinde « de rechtszekerheid van de belastingplichtige [te verhogen] » (Parl. St., Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1996-1997, nr. 148/2, p. 3).
Durch Artikel 5 der vorerwähnten Ordonnanz vom 17. Juli 1997 wurde eine Frist festgelegt, um die fragliche Besteuerung von Amts wegen vorzunehmen, mit dem Ziel, « die Rechtssicherheit des Steuerpflichtigen zu erhöhen » (Parl. Dok., Rat der Region Brüssel-Hauptstadt, 1996-1997, Nr. 148/2, S. 3).

Art. 14. § 1. Wanneer de belastingplichtige zijn aangifte bedoeld in artikel 10 niet binnen de termijnen heeft ingediend, of de verplichtingen hem opgelegd door deze ordonnantie of in uitvoering ervan niet heeft nageleefd, gaan de ambtenaren bedoeld in artikel 11 ambtshalve over tot de heffing van de door de belastingplichtige verschuldigde belasting op grond van de elementen waarover ze beschikken.
Art. 14. § 1. Wenn der Steuerpflichtige die in Artikel 10 erwähnte Erklärung nicht fristgerecht abgegeben oder die ihm durch die vorliegende Ordonnanz oder in deren Ausführung auferlegten Verpflichtungen nicht eingehalten hat, legen die Beamten im Sinne von Artikel 11 von Amts wegen die durch den Steuerpflichtigen geschuldete Steuer auf der Grundlage der ihnen vorliegenden Elemente fest.

« Schendt artikel 153 van het decreet [van 18 mei 1999] in zake de Ruimtelijke Ordening de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, indien deze bepaling dient gelezen dat de herstelvorderende overheid enkel advies dient te vragen aan de Hoge Raad voor het Herstelbeleid alvorens over te gaan tot uitvoering van het ambtshalve herstel, doch niet alvorens over te gaan tot de verbeurte van dwangsommen opgelegd aan de veroordeelde ter uitvoering van een herstelmaatregel ?
« Verstösst Artikel 153 des Dekrets [vom 18. Mai 1999] über die Organisation der Raumordnung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend auszulegen ist, dass die die Wiederherstellung beantragende Behörde nur die Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik einzuholen hat, bevor die Wiederherstellung von Amts wegen durchgeführt wird, jedoch nicht, bevor dem Verurteilten zur Durchführung einer Wiederherstellungsmassnahme Zwangsgelder auferlegt werden?