5. wijst met nadruk op het duidelijke gevaar dat het grootste deel van de uit het GEEREF te verlenen steun zou kunnen terechtkom
en bij projecten in opkomende economieën zoals Chi
na en India; benadrukt derhalve de noodzaak om vast te houden aan de voorstellen van de Commissie om prioriteit te geven aan de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen); onderstreept daarnaast dat de aanzienlijke behoefte aan steun voor duurzame ener
gie in de opkomende economieën ...[+++] bevredigd dient te worden middels bijkomende inspanningen, bij voorkeur door het opzetten van een technologiefonds als noodzakelijke aanvulling op het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM); 5. hebt die offenkundige Gefahr hervor, dass eine Unterstützung aus dem GEEREF für Projekte in Schwellenländern wie China und Indien
den größten Teil der verfügbaren Finanzmittel absorbieren wird; betont daher, dass es wichtig ist, sich an den Vorschlag der Kommission zu halten, den Ländern in Afrika, im Karibischen Raum und im Pazifischen Ozean (AKP-Staaten) Priorität einzuräumen; betont ferner, dass dem enormen Bedarf an Unterstützung für nachhaltige Energien, der in den Schwellenländern besteht, durch zusätzliche Anstrengungen, und zwar möglichst durch die Einrichtung eines Technologiefonds als notwendige Ergänzung zum Mechanismus f
...[+++]ür umweltverträgliche Entwicklung (CDM), entsprochen werden muss;