(2) De mobiliteit van studenten, personen in opleiding, vrijwilligers, leerkrachten en opleiders maakt zowel in het kader van communautaire programma's als daarbuiten deel uit van het vrije verkeer van personen.
(2) Die Mobilität von Studierenden, in der Ausbildung stehenden Personen, Freiwilligen, Lehrkräften und Ausbildern unterliegt dem Grundsatz der Freizügigkeit von Personen, ganz gleich, ob sie im Rahmen von Gemeinschaftsprogrammen oder unabhängig davon ausgeübt wird.