1. benadrukt dat de doodstraf onverenigbaar is met de waarden waarop de Unie is gestoeld, te weten eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, en dat elke lidstaat die opnieuw de doodstraf invoert de Verdragen en het EU-Handvest van de grondrechten schendt; brengt in herinnering dat na een ernstige schending van de in artikel 2 VEU genoemde waarden door een lidstaat de "artikel 7-procedure" in werking treedt;
1. weist nachdrücklich darauf hin, dass die Todesstrafe nicht mit den Werten der Achtung der Menschenwürde, der Freiheit, der Demokratie, der Gleichheit, der Rechtsstaatlichkeit und der Wahrung der Menschenrechte, auf die sich die Union gründet, vereinbar ist und dass folglich ein Mitgliedstaat, der die Todesstrafe wieder einführen würde, gegen die Verträge und die Charta der Grundrechte der EU verstoßen würde; erinnert daran, dass eine schwerwiegende Verletzung der in Artikel 2 EUV verankerten Werte durch einen Mitgliedstaat die Einleitung des Verfahrens nach Artikel 7 auslösen würde;