11. erkent de noodzaak van de versterking van een partnerschap tussen stedelijke en plattelandsgebieden, rekening houdend met oprukkende randstedelijke gebieden tussen steden en het platteland, teneinde uiteindelijk te komen tot territoriale samenhang en een evenwichtige regionale ontwikkeling;
11. erkennt die Notwendigkeit der Stärkung der Partnerschaft zwischen städtischen und ländlichen Gegenden unter Berücksichtigung der neu entstehenden städtischen Randbezirke, zwischen Stadt und Land an, um einen territorialen Zusammenhalt und eine ausgewogene regionale Entwicklung zu erreichen;