1. « Zijn de artikelen 1453 en 1466 van het Burgerlijk Wetboek niet strijdig met het voorschrift van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre daaruit een niet-verantwoorde discriminatie blijkt tussen, enerzijds, de echtgenoot die is gehuwd onder het stelsel van de scheiding van goederen - die schadeloos zou kunnen worden gesteld - terwijl
zijn echtgenoot een opzettelijke daad heeft gepleegd die van dien aard is dat hem de aan zijn zaakverzekering verbonden verzekeringsdekking wordt ontzegd - en, anderzijds, de echtgenoot die is gehuwd onder het stelsel van de gemeenschap van goederen - aan wie de verzekeringsvergoeding zal worde
...[+++]n geweigerd en aan wie in fine het persoonlijke feit dat aan zijn echtgenoot is toe te schrijven, zal worden tegengesteld ?1. « Stehen die Artikel 1453 und 1466 des Zivilgesetzbuches im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem sie zu einer ungerechtfertigten Diskriminierung führen zwischen einerseits dem im ehelichen Güterstand der Gütertrennung verheirateten Ehepartner - der entschädigt werden könnte -, während sein Ehepartner e
ine vorsätzliche Handlung begangen hat, die ihm im Bereich der Sachversicherung die Versicherungsdeckung entnehmen könnte, und dem im ehelichen Güterstand der Gütergemeinschaft verheirateten Ehepartner andererseits - dem die Versicherungsentschädigung verweigert werden wird und dem gegenüber in fine die persönliche
...[+++] Handlung, die seinem Ehepartner zuzuschreiben ist, geltend gemacht werden wird?