Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "organieke ocmw-wet voorziene beroepstermijn " (Nederlands → Duits) :

De berekeningswijze en de duur van de in artikel 71, derde lid, van de organieke OCMW-wet voorziene beroepstermijn dienen aldus gewijzigd te worden. Er wordt voorgesteld om een nieuwe beroepstermijn van drie maand in te stellen, die begint te lopen op ofwel de datum van de kennisgeving ofwel de datum van het ontvangstbewijs, ofwel de datum van het verstrijken van de termijn van een maand vanaf de in artikel 71, tweede lid, van de organieke OCMW-wet voorziene termijn » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2518/001, pp. 122-123).

Daher sind die Berechnungsweise und die Dauer der in Artikel 71 Absatz 3 des ÖSHZ-Grundlagengesetzes vorgesehenen Rechtsmittelfrist anzupassen. Es wird vorgeschlagen, eine neue Rechtsmittelfrist von drei Monaten einzuführen, die entweder am Datum der Notifizierung oder am Datum der Empfangsbestätigung oder am Datum des Ablaufs der Frist von einem Monat ab der in Artikel 71 Absatz 2 des ÖSHZ-Grundlagengesetzes vorgesehenen Frist beginnt » (Parl. Dok., Kammer, 2005-2006, DOC 51-2518/001, SS. 122-123).


Het Hof wordt gevraagd of artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna : organieke OCMW-wet) bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Der Gerichtshof wird gefragt, ob Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren (nachstehend: ÖSHZ-Grundlagengesetz) mit den Artikeln 10, 11 und 23 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 3 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei.


Schendt artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het, terwijl het eerste lid, 3°, de Koning de bevoegdheid verleent in een systeem te voorzien van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn van hun deel in het kapitaal van coöperatieve vennootschappen, erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 januari 1962 tot vaststelling van de voorwaarden tot ...[+++]

Verstößt Artikel 36/24 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er, während Absatz 1 Nr. 3 dem König die Befugnis erteilt, ein System zur Gewährung der Staatsgarantie für die an Gesellschafter, die natürliche Personen sind, erfolgte Erstattung ihres Anteils am Kapital von gemäß dem königlichen Erlass vom 8. Januar 1962 zur Festlegung der Bedingungen für die Zulassung der nationalen Genossenschaftsverbände und der Genossenschaften zugelassenen Genossenschaften vorzusehen, die Finanzholdinggesellschaften, die in der Liste von Artik ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 222.969 van 25 maart 2013 (zaak nr. 5621) vraagt de Raad van State of artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België (hierna : wet van 22 februari 1998) bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « doordat de Koning kan voorzien in een systeem van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van de in artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, erkende c ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 222. 969 vom 25. März 2013 (Rechtssache Nr. 5621) fragt der Staatsrat, ob Artikel 36/24 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank (nachstehend: Gesetz vom 22. Februar 1998) mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, « indem der König ein System zur Gewährung der Staatsgarantie für die an Gesellschafter, die natürliche Personen sind, erfolgte Erstattung ihres Anteils am Kapital der in Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 erwähnten zugelassenen Genossenschaften vorsehen kann, während dieser Artikel 36/24 keine solche Möglichkeit für die an Gesellschafter, die natürliche Personen sind, erfolgte Erstattung ihres Anteils am Kapital einer Gesellschaft, di ...[+++]


Artikel 36/24 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de Koning kan voorzien in een systeem van toekenning van de staatswaarborg voor de terugbetaling aan vennoten die natuurlijke personen zijn, van hun deel in het kapitaal van de in artikel 36/24, § 1, eerste lid, 3°, erkende coöperatieve vennootschappen.

Artikel 36/24 des Gesetzes vom 22. Februar 1998 zur Festlegung des Grundlagenstatuts der Belgischen Nationalbank verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem der König ein System zur Gewährung der Staatsgarantie für die an Gesellschafter, die natürliche Personen sind, erfolgte Erstattung ihres Anteils am Kapital der in Artikel 36/24 § 1 Absatz 1 Nr. 3 erwähnten zugelassenen Genossenschaften vorsehen kann.


Die bepaling strekte ertoe te voorzien in een wetgevend kader voor de uitoefening, door de gewesten, « van hun nieuwverworven bevoegdheden met betrekking tot de samenstelling, organisatie, bevoegdheid, werking, aanstelling of verkiezing van hun organen of het toezicht » (Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-709/1, p. 20; zie ook ibid., p. 12), na de regionalisering van de organieke wetgeving met betrekking tot de gemeenten en de provincies, bij artikel 4 van de voormelde bijzondere wet van 13 juli 2001.

Diese Bestimmung bezweckte, der durch die Regionen vorgenommenen Ausübung « ihrer neu erworbenen Zuständigkeiten bezüglich der Zusammensetzung, Organisation, Befugnis, Arbeitsweise, Bestimmung oder Wahl ihrer Aufsichtsorgane » (Parl. Dok., Senat, 2000-2001, Nr. 2-709/1, S. 20; siehe auch ebenda, S. 12) einen gesetzgebenden Rahmen zu verleihen im Anschluss an die Regionalisierung der Grundlagengesetzgebung in Bezug auf die Gemeinden und die Provinzen durch Artikel 4 des vorerwähnten Sondergesetzes vom 13. Juli 2001.


« Schenden artikel 21 en 45 van het decreet van 7 juli 2006 tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de artikelen 10 en 11 van de Grondwet juncto artikel 7bis van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 ' tot hervorming der instellingen ' doordat deze bepalingen voorzien in de loutere opheffing van het overleg van de gemeente en het OCMW via het overlegcomité voor de Vlaamse randgemeenten en de gemeenten gelegen in het Nederlandse taalgebied die niet begiftigd zijn me ...[+++]

« Verstoßen die Artikel 21 und 45 des Dekrets vom 7. Juli 2006 zur Abänderung des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 7bis des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, indem diese Bestimmungen die Konzertierung zwischen der Gemeinde und dem ÖSHZ über den Konzertierungsaussschuss für die flämischen Randgemeinden und die im niederländischen Sprachgebiet gelegenen Gemeinden, die nicht mit einer besonderen Sprachenregelung ausgestattet sind, ohne weiteres abschaffen und sie lediglich durch eine Verpflichtung ...[+++]


« Schendt artikel 29, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de vordering tot terugbetaling van het recht op maatschappelijke integratie dat werd uitbetaald aan een persoon die de beschikking krijgt over inkomsten krachtens rechten die hij bezat tijdens de periode waarin hem een leefloon werd uitbetaald, aan een verjaringstermijn van tien jaar onderwerpt, terwijl artikel 102 van de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 ...[+++]

« Verstösst Artikel 29 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er den Anspruch auf Rückforderung des Eingliederungseinkommens, das einer Person ausgezahlt worden ist, die aufgrund von Rechten, die sie während des Zeitraums besass, für den ihr das Eingliederungseinkommen ausgezahlt wurde, Einkünfte erhält, einer zehnjährigen Verjährungsfrist unterwirft, während Artikel 102 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren für den Anspruch auf Rückforderung der Sozialhilfe, die einer Person ausgezahlt worden ist, die aufgrund ...[+++]


De in het geding zijnde bepalingen zouden voorzien in een gelijke behandeling van twee categorieën van aanvragers van maatschappelijke dienstverlening, door te hunnen aanzien een beroepstermijn op straffe van verval te doen lopen : enerzijds, diegenen aan wie is kennisgegeven van een beslissing die alle vermeldingen bevat die zijn opgelegd bij de artikelen 62bis van de organieke OCMW-wet en 14 van het Handvest ...[+++]

Die fraglichen Bestimmungen behandelten zwei Kategorien von Antragstellern für Sozialhilfe auf die gleiche Weise, indem für sie eine Rechtsmittelfrist bei Strafe des Verfalls vorgeschrieben werde: einerseits diejenigen, denen eine Entscheidung mit allen durch Artikel 62bis des ÖSHZ-Grundlagengesetzes und Artikel 14 der Charta der Sozialversicherten vorgeschriebenen Angaben notifiziert worden sei, und andererseits diejenigen, bezüglich deren durch das öffentliche Sozialhilfezentrum (nachstehend: ÖSHZ) keine Entscheidung getroffen worden sei.


Artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (hierna : de organieke OCMW-wet) bepaalt :

Artikel 71 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren (nachstehend: ÖSHZ-Grundlagengesetz) bestimmt:




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'organieke ocmw-wet voorziene beroepstermijn' ->

Date index: 2023-06-21
w