In het negende middel in de zaak nr. 4312 voeren de verzoekende partijen aan dat de artikelen 17, 18, 30, 31 en 32 van de Antiracismewet, zoals ingevoegd bij de wet van 10 mei 2007, niet bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, doordat die bepalingen een bevoegdheid om in rechte op te treden toekennen aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (hierna : het Centrum), aan instellingen van openbaar nut, aan verenigingen die zich tot doel stellen de rechten van de mens te verdedigen
en discriminatie te bestrijden, aan representatieve werkg
evers- en werknemers ...[+++]organisaties en aan representatieve organisaties van zelfstandigen.Im neunten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 4312 führen die klagenden Parteien an, die Artikel 17, 18, 30, 31 und 32 des Antirassismusgesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 10. Mai 2007, seien nicht vereinbar mit den Artikeln 10, 11 und 13 der Verfassung, da diese Bestimmungen dem Zentrum für Chancengleichheit und Bekämpfung des Rassismus (nachstehend: das Zentrum), gemeinnützigen Einrichtungen, Vereinigungen, deren satzungsm
ässiger Zweck darin bestehe, die Menschenrechte zu verteidigen oder Diskriminierung zu bekämpfen, repräsentativen Arbeitneh
mer- und Arbeitgeberorganisationen ...[+++] sowie repräsentativen Organisationen von selbständig Erwerbstätigen die Befugnis erteile, vor Gericht aufzutreten.