4. Als een lidstaat twijfels heeft omtrent de bescherming bij insolventie van een in een andere lidstaat gevestigde maar op zijn grondgebied opererende organisator van pakketreizen, een doorverkoper die de aankoop van gekoppelde reisarrangementen faciliteert of een passagiersvervoerder, vraagt hij de lidstaat van vestiging om opheldering.
4. Hat ein Mitgliedstaat Zweifel an der Insolvenzabsicherung eines in einem anderen Mitgliedstaat niedergelassenen und in seinem Hoheitsgebiet tätigen Veranstalters von Pauschalreisen, eines Reisevermittlers, der beim Kauf von Bausteinreisen behilflich ist, oder eines Personenbeförderers wendet er sich zwecks Klärung an den Niederlassungsmitgliedstaat.