2. De lidstaten organiseren minstens eenmaal per jaar gemeenschappelijke opleidingsprogramma's die aan de best mogelijke praktijk gewijd zijn, en bevorderen, minstens éénmaal per jaar, de uitwisseling van het personeel van hun coördinerende handhavingsentiteit met die van de andere lidstaten.
(2) Die Mitgliedstaaten richten gemeinsame Ausbildungsprogramme über bewährte Verfahren ein, die mindestens einmal jährlich durchzuführen sind, und fördern den mindestens einmal jährlich vorzunehmenden Austausch von Personal der Koordinierungsstelle mit anderen Mitgliedstaaten.