(f) De professionele gebruiker moet het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en andere vormen van ingrijpen beperken tot een noodzakelijk niveau, b.v. door gereduceerde doses, verlaagde behandelingsfrequentie of gedeeltelijke behandeling, op grond van de overweging dat het risico voor de gewassen aanvaardbaar is en de gewasbeschermingsmiddelen de kans op resistentie van de populaties schadelijke organismen niet verhogen.
(f) Der gewerbliche Anwender sollte den Einsatz von Pflanzenschutzmitteln und andere Eingriffe auf das notwendige Maß beschränken, z. B. durch geringere Dosierungen, eine niedrigere Ausbringungshäufigkeit oder Teilausbringungen, und dabei beachten, dass die Risiken für die Vegetation akzeptabel sein müssen und sie nicht die Gefahr der Entwicklung von Resistenz bei Populationen von Schadorganismen erhöhen dürfen.