Het is weliswaar logisch, met betrekking tot de eerste vraag, dat het kapitaal van een klassieke lev
ensverzekering, die zich ertoe beperkt een kapitaal te waarborgen op het tijdstip van overlijden van de aangeduide persoon, eigen is, aangezien die verzekering is afgesloten met het oog op de toekomstige ontbinding van de gemeenschap door het overlijden, maar de gemengde levensverzekering, die wordt afgesloten om tot waarborg te dienen voor gemeenschappelijke leningen, brengt, na de terugbetaling van die leningen, daarentegen de opeisbaarheid ten voordele van de inschrijver op het overeengekomen kapitaal met zich mee, en dit terwijl het hu
...[+++]welijk blijft voortbestaan; het voordeel van dat kapitaal beïnvloedt rechtstreeks het levenspeil van het echtpaar dat gevormd wordt door de inschrijver-begunstigde en diens echtgenoot, namelijk de aard en de omvang van de schulden die zijn aangegaan ten behoeve van de huishouding, allemaal zaken die rechtstreeks de gemeenschap aanbelangen, vermits dergelijke schulden deel uitmaken van het passief van het gemeenschappelijk vermogen (artikel 1408 van het Burgerlijk Wetboek); het kapitaal zou dus logischerwijze gemeenschappelijk moeten zijn.Bezüglich der ersten Frage sei es zwar logisch, dass das Kapital einer k
lassischen Lebensversicherung, die sich auf die Gewährleistung eines Kapitals zum Zeitpunkt des Ablebens der bezeichneten Person beschränke, eigen sei, da diese Versicherung mit Blick auf die künftige Auflösung der Gemeinschaft durch de
n Tod abgeschlossen worden sei, aber die gemischte Lebensversicherung, die als Bürgschaft gemeinschaftlicher Darlehen abgeschlossen worden sei, ziehe hingegen nach der Rückzahlung dieser Darlehen die Einforderungsmöglichkeit des ver
...[+++]einbarten Kapitals zugunsten des Versicherungsnehmers nach sich, und zwar trotz fortbestehender Ehe; der Vorteil dieses Kapitals beeinflusse direkt den Lebensstandard des Ehepaares - des begünstigten Versicherungsnehmers und dessen Ehepartners also -, nämlich die Art und den Umfang der von ihnen für den Haushalt eingegangenen Schulden, was alles direkt die Gemeinschaft betreffe, da solche Schulden Teil des passiven gemeinschaftlichen Vermögens seien (Artikel 1408 des Zivilgesetzbuches); das Kapital müsste somit logischerweise gemeinschaftlich sein.