33. verwelkomt de vooruitgang die Griekenland heeft geboekt met betrekking tot de eerbiediging van de vrijheid van godsdienst en geweten; dringt niettemin aan op afschaffing van de strafwetgeving inzake proselitisme en op toekenning aan moslims van het recht om moskeeën te bouwen en te beschikken over begraafplaatsen waar zij hun overledenen volgens de gebruiken van hun religie kunnen begraven;
33. begrüßt die in Griechenland verwirklichten Fortschritte im Hinblick auf die Achtung der Freiheit der Religion und der Weltanschauung, wünscht jedoch, dass die strafrechtlichen Vorschriften über den Proselytismus abgeschafft werden und dass die Muslime die Genehmigung erhalten, Moscheen zu bauen und Friedhöfe zu unterhalten, auf denen sie ihre Verstorbenen unter Achtung ihrer religiösen Tradition beerdigen können;