De verwijzende rechter stelt aa
n het Hof een vraag over twee verschillen in behandeling, tussen, enerzijds, de adressaten van de door de O
.C. M.W'. s genomen beslissingen inzake maatschappelijke dienstverlening waarvan hun kennis wordt gegeven bij ter post aangetekende brief en de adressaten van diezelfde door de O.C. M.W'. s genomen beslissingen waarvan de kennisgeving gebeurt bij persoonlijke overhandiging (eerste onderdeel) en tussen, anderzijds, de adressaten van de door de O
.C. M.W'. s genomen ...[+++]beslissingen inzake maatschappelijke dienstverlening waarvan hun kennis wordt gegeven bij ter post aangetekende brief en de adressaten van de door de O.C. M.W'. s genomen beslissingen inzake het recht op maatschappelijke integratie waarvan hun eveneens kennis wordt gegeven per aangetekende brief (tweede onderdeel).
Der vorlegende Richter befragt den Hof nach zwei Behandlungsunterschieden zwischen einerseits den Adressaten der Entscheidungen der ÖSHZen in Bezug auf Sozialhilfe, denen sie per Einschreibebrief notifiziert werden, und den Adressaten der gleichen Entscheidungen der ÖSHZen, denen sie persönlich überreicht werden (erster Teil), und andererseits den Adressaten von Entscheidungen der ÖSHZen in Bezug auf Sozialhilfe, denen sie per Einschreibebrief notifiziert werden, und den Adressaten von Entscheidungen der ÖSHZen in Bezug auf das Recht auf soziale Eingliederung, denen sie ebenfalls per Einschreibebrief notifiziert werden (zweiter Teil).