25. benadrukt het grote belang van parlementaire controle op de jaarlijkse ontwerpwerkprogramma's van de agentschappen door de bevoegde commissies van het Parlement, voordat de definitieve werkprogramma's worden goedgekeurd; herinnert eraan dat deze praktijk eraan bijdraagt dat de werkprogramma's een afspiegeling zijn van de feitelijke beleidsprioriteiten, en de nauwgezette monitoring van en toezicht op de uitvoering van de werkprogramma's vergemakkelijkt; verwacht van de agentschappen dat zij bij het opstellen van hun jaarlijkse werkprogramma's nauw met deze commissies en de Commissie samenwerken, in overeenstemming met de gezamenlijke verklaring over de gedecentraliseerde agentschappen van 19 juli 2012;
25. betont die Bedeutung, die der demokratischen Kontrolle der jährlichen Arbeitsprogramme der Agenturen durch die zuständigen parlamentarischen Ausschüsse zukommt, bevor die endgültigen Arbeitsprogramme angenommen werden; gibt zu bedenken, dass diese Praxis dazu beiträgt, dass die Arbeitsprogramme den tatsächlichen politischen Prioritäten Rechnung tragen, und die genaue Überwachung und Kontrolle der Umsetzung von Arbeitsprogrammen erleichtert; erwartet gemäß der Gemeinsamen Erklärung vom 19. Juli 2012 zu den dezentralen Agenturen eine enge Zusammenarbeit der Agenturen mit diesen Ausschüssen und der Kommission bei der Aufstellung der jährlichen Arbeitsprogramme;