Hierdoor ontstaat concurrentievervalsing tussen de raffinaderijen en de niet-raffinaderijen die over geringe werkvoorraden beschikken. Verder is het uiterst onzeker hoe groot de hoeveelheid aardolieproducten is die de lidstaten in het geval van een crisis, dus op korte termijn, effectief ter beschikking staat, omdat de veiligheidsvoorraden van de handelaars met hun werkvoorraden vermengd is.
Die Folge sind Wettbewerbsverzerrungen zwischen den im Raffineriebereich tätigen Unternehmen und den Nichtraffinerie-Unternehmen, die über geringe Betriebsvorräte verfügen. Überdies ist äußerst ungewiss, welche Menge an Erdölerzeugnissen den Mitgliedstaaten im Krisenfall tatsächlich zur Verfügung steht, d. h. wirklich kurzfristig mobilisiert werden kann, da die Sicherheitsvorräte der Unternehmen von ihren Betriebsvorräten nicht zu trennen sind.
