Zij hebben het over, ten eerste, de parlementarisering van de Unie, ten tweede over de communautarisering van de Europese instellingen, ten derde over de totstandbrenging van een interinstitutioneel evenwicht als garantie voor een transnationaal systeem van controles, ten vierde over de waarborging van coherentie en samenhang in de wetgeving op het niveau van de Europese Unie via een Europeanisering van de nationale parlementen en niet door een nationalisering van het Europees Parlement, ten vijfde over de concentratie van instrumenten en beleid ten behoeve van institutionele efficiency, en ten zesde over de verbetering van de vertegenwoordiging, transparantie en participatie op het niveau van de Europese Unie.
Sie behandeln folgendes: Erstens die Parlamentarisierung der Union; zweitens die Vergemeinschaftung der europäischen Institutionen; drittens die Einrichtung eines interinstitutionellen Gleichgewichts als Garantie für ein grenzüberschreitendes System gegenseitiger Kontrolle; viertens die Sicherung von Kohärenz und Zusammenhalt der Legislative auf Unionsebene durch Europäisierung der nationalen Parlamente und nicht durch Nationalisierung des Europäischen Parlaments; fünftens die Bündelung von Instrumenten und Strategien zum Wohle der institutionellen Funktionsfähigkeit; und sechstens die Verbesserung von Repräsentanz, Transparenz und Beteiligung auf EU-Ebene. --