5. betreurt de verdeeldheid die in de Raad tussen de lidstaten is ontstaan over het voorstel van de Commissie in de "Europese agenda voor migratie"; herinnert eraan dat deze noodsituatie, gezien de aard van het migratieverschijnsel, doeltreffender op het niveau van de Unie kan worden aangepakt;
5. bedauert die Spaltungen, zu denen es im Zusammenhang mit dem Vorschlag der Kommission in der „Europäischen Agenda für Migration“ zwischen den Mitgliedstaaten im Rat gekommen ist; weist darauf hin, dass aufgrund der Art des Migrationsphänomens die Notsituation wirksamer auf Unionsebene gemeistert werden kann;