2. Wanneer de exclusieve rechten ontstaan overeenkomstig lid 1, onder a) of b), dragen de Lid-Staten er zorg voor dat degene die overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn recht op bescherming heeft en die kan aantonen dat een derde zonder zijn toestemming een door hem ontworpen topografie bedrieglijk heeft gereproduceerd, commercieel geëxploiteerd of daartoe heeft ingevoerd, voor de aan het ontstaan van die rechten voorafgaande periode over rechtsmiddelen beschikt.
(2) Beginnen die ausschließlichen Rechte nach Maßgabe des Absatzes 1 Buchstabe a) oder b), so sehen die Mitgliedstaaten für den Zeitraum vor ihrer Entstehung Rechtsbehelfe für Personen vor, die Rechtsschutz nach dieser Richtlinie genießen, wenn sie nachweisen können, daß eine andere Person eine Topographie arglistig nachgebildet oder geschäftlich verwertet oder zu diesem Zweck eingeführt hat.