Vertaling van "over wederzijdse rechtshulp " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie | Overeenkomst door de Raad vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen zwischen den Mitgliedstaaten der Europäischen Union

Europees Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken
Europäisches Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen

justitiële samenwerking in strafzaken (EU) [ Europees justitieel netwerk in strafzaken | wederzijdse rechtshulp in strafzaken ]
justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen (EU) [ Europäisches Justizielles Netz für Strafsachen | Rechtshilfe in Strafsachen (EU) ]

weigering van wederzijdse rechtshulp
Verweigerung der Rechtshilfe

wederzijdse rechtshulp
Rechtshilfe in Strafsachen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

36. is ingenomen met de verklaring van Riga van de EU en de VS van 3 juni 2015 over de verbetering van de trans-Atlantische samenwerking op het gebied van vrijheid veiligheid en recht, waarin de ondertekenaars zich ertoe hebben verbonden de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken (MLAT) tussen de EU en de VS beter te implementeren, de herziening ervan te voltooien zoals in de overeenkomst is voorzien en workshops te organiseren om deze kwesties met de nationale bevoegde autoriteiten te bespreken; benadrukt dat overeenkomsten betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken het instrument zijn op grond waarvan de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten moeten samenwerken met de autoriteiten van derde landen; vraagt in dit verband aan de EU-lidstaten en de Amerikaanse regering dat zij zich houden aan de hoger genoemde beloftes inzake een snelle afronding van de herziening van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp tussen de VS en de EU;
36. begrüßt die Rigaer Erklärung der EU und der USA vom 3. Juni 2015 zur Förderung der transatlantischen Zusammenarbeit im Raum der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts, in der sich die Unterzeichner verpflichten, die Umsetzung des Rechtshilfeabkommens (MLAT) zwischen der EU und den USA voranzutreiben, die im Abkommen vorgesehene Überprüfung abzuschließen und Workshops zu veranstalten, in denen diese Angelegenheiten mit den zuständigen nationalen Behörden erörtert werden; betont, dass die Strafverfolgungsbehörden der Mitgliedstaaten mit den Behörden von Drittstaaten auf der Grundlage der Rechtshilfeabkommen zusammenarbeiten sollten; fordert in diesem Zusammenhang die EU-Mitgliedstaaten und die US-Regierung auf, die genannten Zusagen einzuhalten, damit die Überprüfung des Rechtshilfeabkommens zwischen den USA und der EU zügig abgeschlossen werden kann;

33. is ingenomen met de verklaring van Riga van de EU en de VS van 3 juni 2015 over de verbetering van de trans-Atlantische samenwerking op het gebied van vrijheid veiligheid en recht, waarin de ondertekenaars zich ertoe hebben verbonden de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken (MLAT) tussen de EU en de VS beter te implementeren, de herziening ervan te voltooien zoals in de overeenkomst is voorzien en workshops te organiseren om deze kwesties met de nationale bevoegde autoriteiten te bespreken; benadrukt dat overeenkomsten betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken het instrument zijn op grond waarvan de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten moeten samenwerken met de autoriteiten van derde landen; vraagt in dit verband aan de EU-lidstaten en de Amerikaanse regering dat zij zich houden aan de hoger genoemde beloftes inzake een snelle afronding van de herziening van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp tussen de VS en de EU;
33. begrüßt die Rigaer Erklärung der EU und der USA vom 3. Juni 2015 zur Förderung der transatlantischen Zusammenarbeit im Raum der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts, in der sich die Unterzeichner verpflichten, die Umsetzung des Rechtshilfeabkommens (MLAT) zwischen der EU und den USA voranzutreiben, die im Abkommen vorgesehene Überprüfung abzuschließen und Workshops zu veranstalten, in denen diese Angelegenheiten mit den zuständigen nationalen Behörden erörtert werden; betont, dass die Strafverfolgungsbehörden der Mitgliedstaaten mit den Behörden von Drittstaaten auf der Grundlage der Rechtshilfeabkommen zusammenarbeiten sollten; fordert in diesem Zusammenhang die EU-Mitgliedstaaten und die US-Regierung auf, die genannten Zusagen einzuhalten, damit die Überprüfung des Rechtshilfeabkommens zwischen den USA und der EU zügig abgeschlossen werden kann;

G. overwegende dat de dagelijkse justitiële samenwerking in strafzaken nog steeds berust op instrumenten voor wederzijdse rechtshulp, zoals het Verdrag uit 2000 over wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het Verdrag van de Raad van Europa uit 1959 over wederzijdse rechtshulp in strafzaken,
G. in der Erwägung, dass die alltägliche justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen nach wie vor auf der Grundlage von Rechtshilfeübereinkünften erfolgt wie dem Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen von 2000 und dem Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen des Europarates von 1959,

B. overwegende dat de dagelijkse justitiële samenwerking in strafzaken nog steeds berust op instrumenten voor wederzijdse rechtshulp, zoals het Verdrag uit 2000 over wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het Verdrag van de Raad van Europa uit 1959 over wederzijdse rechtshulp in strafzaken,
B. in der Erwägung, dass die alltägliche justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen nach wie vor auf der Grundlage von Rechtshilfeübereinkünften erfolgt wie dem Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen von 2000 und dem Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen des Europarates von 1959,

Het eindverslag over de eerste evaluatieronde inzake de wederzijdse rechtshulp in strafzaken bevatte het verzoek om de procedure voor de mededeling van documenten tussen de lidstaten waar nodig te vereenvoudigen door standaardformulieren te gebruiken en zodoende de rechtshulp vlotter te laten verlopen.
Im Schlussbericht über die erste Begutachtungsrunde zur Rechtshilfe in Strafsachen wurden die Mitgliedstaaten ersucht, die Verfahren für die Übermittlung von Dokumenten zwischen Staaten zu vereinfachen; hierzu sollten gegebenenfalls Standardformulare verwendet werden, die der Erleichterung der Rechtshilfe dienen sollen.

Het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, dat is vastgesteld bij Akte van de Raad van 16 oktober 2001, bevat al bepalingen betreffende verzoeken om gegevens over bankrekeningen, verzoeken om gegevens over banktransacties en verzoeken om toezicht op bankverrichtingen.
Das mit dem Rechtsakt des Rates vom 16. Oktober 2001 erstellte Protokoll zu dem Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen zwischen den Mitgliedstaaten der Europäischen Union enthält bereits Bestimmungen über Auskunftsersuchen zu Bankkonten, Auskunftsersuchen zu Bankgeschäften und Ersuchen um Überwachung von Bankgeschäften. [20] Den Rechtshilfeersuchen kann jedoch nur angemessen Folge geleistet werden, wenn die Mitgliedstaaten ein wirksames System zur Registrierung von Bankkonten einführen, das eine rasche Antwort auf Rechtshilfeersuchen zu Konten und Bankbewegungen ermöglicht.

In het verleden maakten de lidstaten gebruik van het Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van de Raad van Europa om informatie uit te wisselen over veroordelingen van hun onderdanen, maar dit systeem bleek niet efficiënt te werken[45]. De Raad zette een eerste stap op weg naar verbetering met de goedkeuring van Besluit 2005/876/JBZ van de Raad, dat de lidstaten verplichtte een centrale autoriteit aan te wijzen die regelmatig gegevens over veroordelingen van niet-onderdanen moest verstrekken aan de lidstaat of lidstaten waarvan de betrokkene de nationaliteit had[46]. Dit instrument bood de lidstaten ook voor het eerst de mogelijkheid om, volgens de voorwaarden van het nationale recht, gegevens te verkrijgen over eerdere veroordelingen van hun onderdanen in andere lidstaten.
In der Vergangenheit stützten sich die Mitgliedstaaten auf das Übereinkommen des Europarates über die Rechtshilfe in Strafsachen, wenn sie Informationen über strafrechtliche Verurteilungen austauschen wollten, doch erwies sich dieses System als ineffizient[45]. Der Rat nahm als ersten Reformschritt den Beschluss 2005/876/JI des Rates an, wonach jeder Mitgliedstaat eine Zentralbehörde benennt, die in regelmäßigen Abständen die strafrechtlichen Verurteilungen von Personen, die nicht die Staatsangehörigkeit dieses Mitgliedstaats besitzen, an den oder die Mitgliedstaat(en) übermittelt, deren Staatsangehörige(r) die betreffende Person ist[46]. Mit diesem Instrument konnten die Mitgliedstaaten auch erstmals und vorbehaltlich der nationalen Bestimmungen, Informationen über frühere Verurteilungen ihrer eigenen Staatsangehörigen in einem anderen Mitgliedstaat anfordern.

Het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie dat is vastgesteld bij Akte van de Raad van 16 oktober 2001 [20] bepaalt dat de autoriteiten van de lidstaten gegevens over bankrekeningen en over banktransacties van concrete personen dienen te verstrekken.
In dem durch den Rechtsakt des Rates vom 16. Oktober 2001 [20] erstellten Protokoll zu dem Übereinkommen über die Rechtshilfe in Strafsachen zwischen den Mitgliedstaaten der Europäischen Union ist vorgesehen, dass die Behörden der Mitgliedstaaten Angaben zu Bankkonten und Bankgeschäften bestimmter Personen mitteilen müssen.

7. De uitbreiding van het beginsel van wederzijdse erkenning tot alle kwesties in verband met bewijsgaring zal vragen doen rijzen over de toekomst van de overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie[4] en het protocol van 2001[5].
7. Wird der Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung auf den gesamten Bereich der Beweiserhebung ausgeweitet, stellt sich die Frage, was mit dem Übereinkommen vom 29. Mai 2000 über die Rechtshilfe in Strafsachen zwischen den Mitgliedstaaten der Europäischen Union[4] und seinem Protokoll aus dem Jahr 2001[5] geschehen soll, die im Übrigen beide noch nicht in Kraft sind, da sie nicht von einer ausreichenden Zahl von Mitgliedstaaten ratifiziert worden sind.