In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 608 van het Gerechtelijk Wetboek, artikel 1 van de wet van 14 april 1965 houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, van het slotprotocol en van de bijgevoegde brieven, ondertekend op 10 maart 1964 te Brussel, de artikelen 10, §§ 1 en 2, en 11, § 2, c), van die Overeenkomst en artikel 2 van de wet van 9 juni 1999 houdende instemming met het Avenant bij die Overeenkomst, gedaan te Brussel op 8 februari 1999, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen.
In Sachen: Vorabentscheidungsfragen in Bezug auf Artikel 608 des Gerichtsgesetzbuches, Artikel 1 des Gesetzes vom 14. April 1965 zur Billigung des Abkommens zwischen Belgien und Frankreich zur Vermeidung der Doppelbesteuerung und zur Regelung der Rechts- und Amtshilfe auf dem Gebiet der Steuern vom Einkommen, des Schlussprotokolls und der beigefügten Briefe, unterzeichnet am 10. März 1964 in Brüssel, die Artikel 10 §§ 1 und 2 und 11 § 2 Buchstabe c) dieses Abkommens und Artikel 2 des Gesetzes vom 9. Juni 1999 zur Billigung des am 8. Februar 1999 in Brüssel unterzeichneten Zusatzabkommens zu diesem Abkommen, gestellt vom Appellationshof Mons.