voor het afleggen van verklaringen zoveel mogelijk gebruik te maken van moderne communicatiemiddelen, zoals videoconferentie, telefoonconferentie, zoals voorzien in de artikelen 10 en 11 van de Overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie voor het horen van slachtoffers die in het buitenland verblijven.
den weitestmöglichen Einsatz von modernen Vernehmungsmitteln wie Videokonferenzen, Telefonkonferenzen, wie sie in den Artikeln 10 und 11 des Übereinkommens über die Rechtshilfe in Strafsachen zwischen den Mitgliedstaaten der Europäischen Union vom 29. Mai 2000 für die Anhörung von Opfern vorgesehen sind, die im Ausland wohnen,