Een overeenkomst waarvan de kenmerkende verbintenis de levering van een goed is, moet dus als „koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken” in de zin van artikel 7, punt 1, onder b), eerste streepje, van verordening nr. 1215/2012 worden gekwalificeerd (zie in die zin arrest van 14 juli 2016, Granarolo, C‑196/15, EU:C:2016:559, punt 34 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
Ein Vertrag, dessen charakteristische Verpflichtung die Lieferung eines Gegenstands ist, ist als „Verkauf beweglicher Sachen“ im Sinne von Art. 7 Nr. 1 Buchst. b erster Gedankenstrich der Verordnung Nr. 1215/2012 einzustufen (vgl. in diesem Sinne Urteil vom 14. Juli 2016, Granarolo, C‑196/15, EU:C:2016:559, Rn. 34 und die dort angeführte Rechtsprechung).