- enerzijds, de situatie van de magistraten die zijn benoemd overeenkomstig artikel 147, eerste en tweede lid, van de wet van 1 december 2013, die dezelfde materies kunnen blijven behandelen, met inachtneming van het beginsel van de onafzetbaarheid van de rechter, gewaarborgd bij artikel 152 van de Grondwet (eerste prejudiciële vraag);
- einerseits der Situation der gemäß Artikel 147 Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 ernannten Magistrate, die weiterhin dieselben Materien behandeln können, unter Einhaltung des durch Artikel 152 der Verfassung garantierten Grundsatzes der Unabsetzbarkeit der Richter (erste Vorabentscheidungsfrage);