Als een lidstaat echter een lagere leeftijdsgrens dan 21 heeft vastgesteld krachtens artikel 9, lid 3, mag de houder van de vergunning van luchtverkeersleider de aan die vergunning verbonden rechten alleen uitoefenen op het grondgebied van de lidstaat die de vergunning heeft afgegeven, zolang hij de leeftijd van 21 niet heeft bereikt.
Hat ein Mitgliedstaat jedoch gemäß Artikel 9 Absatz 3 eine niedrigere Altersgrenze als 21 Jahre vorgesehen, so dürfen die Rechte des Fluglotsenlizenzinhabers von diesem bis zur Vollendung des 21. Lebensjahres nur im Hoheitsgebiet des Mitgliedstaats ausgeübt werden, der die Lizenz erteilt hat.