Het eerste deel stelt een maximum vast voor interbancaire vergoedingen (2) ten aanzien van transacties met debetkaarten van consumenten van maximaal 0,20 % van de transactiewaarde en een maximum voor transacties met kredietkaarten van maximaal 0,30 % van de transactiewaarde, welke maxima van toepassing zijn op binnenlandse en grensoverschrijdende (3) transacties na verschillende overgangsperioden (4).
Im ersten Teil ist eine Obergrenze für Interbankenentgelte (2) bei Verbraucherdebitkartentransaktionen von höchstens 0,20 % des Transaktionswerts und bei Verbraucherkreditkartentransaktionen von höchstens 0,30 % des Transaktionswerts festgelegt, wobei diese Obergrenzen auf inländische und grenzüberschreitende (3) Transaktionen nach Ablauf jeweils unterschiedlicher Übergangszeiten anwendbar sein werden (4).