31. wijst er nogmaals op dat de associatieovereenkomsten
met Oekraïne en de overige landen van het Oostelijk Partnerschap niet het einddoel van hun betrekkingen met de EU vormen; wijst er in
dit verband op dat overeenkomstig artikel 49 VEU, Georgië, Moldavië en Oekraïne, net als alle andere Europese staten, een Europees perspectief hebben en
het EU-lidmaatschap kunnen aanvragen, mits zij de democratische beginselen in acht nemen,
...[+++]de fundamentele vrijheden, de mensenrechten en de rechten van minderheden eerbiedigen en het functioneren van de rechtsstaat garanderen; 31. bekräftigt erneut, dass mit den Assoziierungsabkommen mit der Ukraine und den anderen Ländern der Östlichen Partnerschaft die letzte Stufe in den jeweiligen Beziehungen zur EU noch nicht erreicht ist; weist in diesem Zusammenhang nochmals darauf hin, dass Georgien, die Republik Moldau und die Ukraine – wie jeder andere europäische Staat – gemäß Artikel 49 des Vertrags über die Europäische Union eine europäische Perspektive haben und die Mitgliedschaft in d
er Union beantragen können, sofern sie sich an die Grundsätze der Demokratie halten, die Grundfreiheiten, die Menschen- und die Minderheitenrechte achten und die Rechtstaatlichkeit
...[+++] gewährleisten;