De bestreden bepalingen hebben hoofdzakelijk tot doel, ten aanzien van de wijze waarop het gebruik van het Nederlands in het gezin wordt bewezen, de verklaring op eer te vervangen door de diploma's, getuigschriften, studiebewijzen en attesten bedoeld in het nieuwe artikel III. 3, § 1, 1°, van het decreet van 28 juni 2002, en het percentage leerlingen dat de bij die bepaling ingevoerde voorrang kan genieten, te verhogen van 25 tot 55 pct., waarbij het lokaal overlegplatform een hoger percentage kan vaststellen.
Die angefochtenen Bestimmungen bezwecken im Wesentlichen, in Bezug auf die Weise des Nachweises der Benutzung des Niederländischen in der Familie die eidesstattliche Erklärung durch Abschlusszeugnisse, Zeugnisse, Nachweise und Bescheini
gungen im Sinne des neuen Artikels III. 3 § 1 Nr. 1 des Dekrets vom 28. Juni 2002 zu ersetzen und den Prozentsatz der Schüler, die in den Genuss des durch diese Bestimmung eingeführten Vorrangs gelangen können, von 25 auf 55 Prozent zu erhöhen,
wobei die örtliche Beratungsplattform einen höheren Prozent
...[+++]satz festsetzen kann.
