4. benadrukt dat alle maatregelen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit de grondrechten volledig moeten eerbiedigen en in verhouding moeten staan tot de nagestreefde doelen, en dat deze doelen overeenkomstig artikel 52 van het Handvest van de grondrechten noodzakelijk moeten zijn in een democratische maatschappij, zonder de vrijheid van het individu overmatig te beknotten, zoals bepaald in het Europees Verdrag voor de rechten van de mensen, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de grondwettelijke beginselen welke de lidstaten gemeen hebben;
4. weist mit Nachdruck darauf hin, dass alle Maßnahmen zur Bekämpfung der organisierten Kriminalität die Grundrechte uneingeschränkt beachten, in einem angemessenen Verhältnis zu den verfolgten Zielen stehen und dass diese Ziele in einer demokratischen Gesellschaft notwendig sein müssen und im Einklang mit Artikel 52 der Charta der Grundrechte, und keine unangemessene Einschränkung der Freiheit des Einzelnen darstellen dürfen, wie dies in der Europäischen Menschenrechtskonvention, der Charta der Grundrechte der EU und den verfassungsrechtlichen Grundsätzen, die den Mitgliedstaaten gemeinsam sind, verankert ist;
