Nu hoor ik al de beloftes van de regeringen, die ons met onuitputtelijke energie hun reddingsplannen voor de Grondwet uiteenzetten. En toch moet ik, als ik heel precies luister, denken aan het paard van Troje: als je je oor tegen het houten paard te luisteren legt, hoor je het gekletter van wapens, dat van heel andere voornemens getuigt. Die hebben niets uitstaande met de dingen die we al jaren in de Europese openbaarheid horen en bediscussiëren, noch met de dingen die volgens mij de oorzaken van deze crisis zijn.
Jetzt höre ich all die Versprechungen der Regierungen, die nicht müde werden, uns ihre Rettungspläne für die Verfassung vorzutragen. Und dennoch geht es mir, wenn ich genau zuhöre, wie mit dem Trojanischen Pferd. Wenn man das Ohr an das Holzpferd legt, hört man die Waffen klirren und man vernimmt ganz andere Absichten. Das hat mit dem, was wir seit Jahren in der europäischen Öffentlichkeit hören und diskutieren, sowie mit dem, was ich für die Ursachen dieser Krise halte, nichts zu tun.
