3. In afwijking van artikel 11 is lid 1 ook van toepassing op de behandeling door een dierenarts van alle paardachtigen, waarnaar in lid 2 niet wordt verwezen, mits deze dieren niet eerder dan 6 maanden na de datum van de laatste behandeling met producten die stoffen bevatten die niet zijn opgenomen in de Bijlagen I, II of III van Verordening (EEG) nr. 2377/90, voor de productie van levensmiddelen bestemd worden en mits de dierenarts het paspoort van het dier invult overeenkomstig de vereisten van Beschikking 93/623/EEG.
(3) Abweichend von Artikel 11 finden die Bestimmungen von Absatz 1 auch auf die tierärztliche Behandlung anderer Tiere der Gattung Pferde, die in Absatz 2 nicht erwähnt werden, Anwendung, vorausgesetzt, ein solches Tier wird frühestens sechs Monate nach dem Zeitpunkt der letzten Behandlung mit Mitteln, die Substanzen enthalten, die nicht in den Anhängen I, II oder III der Verordnung (EWG) Nr. 2377/90 aufgeführt sind, zur Lebensmittelerzeugung genutzt, sowie unter der Voraussetzung, dass der Tierarzt den Pass für das Tier entsprechend den Anforderungen in der Entscheidung 93/623/EWG ausfüllt .