I
ndien het Parlement het gemeenschappelijk standpunt van de Raad niet binnen drie of, met instemming van de Raad, vier maanden na mededeling van dit standpunt overeenkomstig artikel 252 van het EG-Verdrag
heeft verworpen of geamendeerd, en indien de Raad nalaat de voorgestelde wetgeving in over
eenstemming met het gemeenschappelijk standpunt goed te keuren, kan de Voorzitter, na raadpleging van de voor juridische zaken bevoegde commissie, namens het Par
...[+++]lement krachtens artikel 232 van het EG-Verdrag bij het Hof van Justitie een beroep tegen de Raad instellen.