Laten wij zeggen dat
ik als lid van het Parlement 25 sollicitanten krijg voor een functie als assistent. Als ik dan al bij een schijn van d
iscriminatie of een gevoel van discriminatie kan worden aangeklaagd, dan k
om ik helemaal niet meer aan werken toe. Dan moet ik al mijn tijd spenderen aan de worsteling met het bewijs dat ik moet leveren, alleen omdat iemand een dergelijk gevoel heeft en ik op geen enkele wijze heb gediscrimineer
...[+++]d.
Wenn ich mir vorstelle, dass ich als Abgeordneter mit 25 Bewerbern für eine Assistentenstelle bereits bei einem Anschein von Diskriminierung oder bei einem Gefühl von Diskriminierung geklagt werden kann, dann komme ich überhaupt nicht mehr zum Arbeiten, sondern kann mich nur mehr mit den notwendigen Beweisen herumschlagen, die ich dann erbringen müsste, nur weil vis-a-vis das Gefühl besteht, obwohl ich in keinerlei Form diskriminiert habe.