16. verzoekt de toekomstige hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de vice-voorzitter van de Commissie met het Parlement stil te staan bij adequate methoden om het Parlement volledig op de hoogte te houden van en te raadplegen over het externe optreden van de Unie.
16. fordert den künftigen Hohen Vertreter der Union für die Außen- und Sicherheitspolitik und Vizepräsidenten der Kommission auf, mit dem Parlament angemessene Methoden zu prüfen, wie das Parlament umfassend über das externe Handeln der Union unterrichtet und dazu konsultiert werden kann.