80. herinnert eraan dat de Rekenkamer er in de verslagen omtrent rekening en verantwoording van de afgelopen drie jaar op heeft gewezen dat voor de aanvullende pensioenregeli
ng van het Europees Parlement een toereikende rechtsgrond moet worden gecreëerd; herinnert er verder aan dat duidelijke regels voor een mogelijk tekort moeten worden vastgelegd; constateert echter dat de Juridische Dienst van het Parlement van
oordeel is dat "een toereikende rechtsgrondslag voor het aanvullende pensioenfonds" reeds bestaat en "gelegen (is) in de
...[+++] bevoegdheid van het Europees Parlement om zelf zijn Reglement vast te stellen (artikel 199 EG (ex artikel 142 EG)) en maatregelen te nemen om zijn interne organisatie te verzekeren" en dat verder "met ingang van de inwerkingtreding van het statuut van de leden, artikel 27 hiervan de rechtsgrondslag van het Pensioenfonds is"; 80. erinnert daran, dass der Rechnungshof in seinen Jahresberichten für die vergangenen drei Jahre darauf hingewiesen hat, dass für die zusätzliche Ruhe
gehaltsregelung des Parlaments eine ausreichende Rechtsgrundlage geschaffen werden muss; erinnert daran, dass nach Auffassung des Rechnungshofes ferner eindeutige Regeln für den Fall eines Defizits festzulegen sind; stellt jedoch fest, dass der Juristische Dienst des Parlaments die Auffassung vertritt, da
ss es bereits „eine ausreichende Rechtsgrundlage für die Zusatzversorgung“ gibt,
...[+++] und zwar aufgrund „der verwaltungspolitischen Autonomie des Europäischen Parlaments, die sich aus Artikel 199 EGV (ex-Artikel 142 EWG) ergibt, welche das Europäische Parlament ermächtigt, die Maßnahmen für seine interne Arbeitsweise zu ergreifen“, und dass außerdem „ab dem Inkrafttreten des Abgeordnetenstatuts Artikel 27 des Statuts die Rechtsgrundlage für den Pensionsfonds bilden“ wird;