Staat clausule 5, punt 1, van de raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in de weg aan de toepassing van een bepaling van nationaal recht als §14, lid 1, tweede zin, punt 7, van de wet inzake deeltijdarbeid en arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (Teilzeit- und Befristungsgesetz; hierna: TzBfG), die de sluiting van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd enkel in de overheidsdienst toestaat op de „objectieve grond” dat de werknemer wordt betaald uit begrotingsmiddelen die begrotingsrechtelijk bestemd zijn voor een tijdelijke tewerkstelling, terwijl b
ij werkgevers in de particuliere sector dergelijke e ...[+++]conomische gronden niet als „objectieve grond” worden erkend?
Steht § 5 Nr. 1 der Rahmenvereinbarung über befristete Arbeitsverträge der Anwendung einer Norm des nationalen Rechts wie § 14 Abs. 1 S. 2 Nr. 7 TzBfG entgegen, die aufeinanderfolgende Befristungen von Arbeitsverträgen nur im öffentlichen Dienst durch den „sachlichen Grund“ rechtfertigt, dass der Arbeitnehmer aus Haushaltsmitteln vergütet wird, die haushaltsrechtlich für eine befristete Beschäftigung bestimmt sind, während bei Arbeitgebern des privaten Sektors derartige wirtschaftliche Gründe nicht als „sachlicher Grund“ anerkannt werden?