Traduction de «particuliere researchuitgaven nog steeds specifieke tekortkomingen » (Néerlandais → Allemand) :

22. herinnert eraan dat de doelstelling om 3% van het BBP aan OO te besteden uitgaat van een aandeel van 2% particulier kapitaal en 1% overheidsuitgaven; merkt op dat er in de sfeer van de particuliere researchuitgaven nog steeds specifieke tekortkomingen bestaan die alleen kunnen worden overwonnen door de regelgeving voor ondernemingen, inclusief mkb-bedrijven, aan te passen; steunt met name de bemoeiingen van de Commissie om een nieuwe, op de geleverde innovatieprestatie gebaseerde kernindicator te ontwikkelen, aangezien dit relevantere informatie oplevert dan wanneer de prestaties worden afgemeten aan cijfermatige doelstellingen;
22. ruft in Erinnerung, dass sich das Ziel eines Anteils von drei Prozent am BIP zu zwei Prozent aus einem privaten und zu einem Prozent aus einem mit öffentlichen Geldern finanzierten Teil zusammensetzt; stellt fest, dass es immer noch erhebliche Defizite im Bereich der privaten Forschungsausgaben gibt, die nur behoben werden können, wenn das ordnungspolitische Umfeld für die Unternehmen einschließlich der KMU angepasst wird; unterstützt insbesondere die Arbeit der Kommission an der Entwicklung eines neuen Leitindikators, der auf der Innovationsleistung basiert, da dies aussagekräftiger wäre als eine Messung der Leistung anhand zahlenmäßiger Zielvorgaben;

Omdat de bijstandsaanvragen steeds weer tekortkomingen aan het licht brachten, hebben de diensten van de Commissie (de directoraten-generaal Regionaal beleid en Milieu) besloten om in alle landen een specifieke tweedaagse workshop over de milieueffectbeoordeling te organiseren.
Angesichts der immer wiederkehrenden Schwachpunkte und Mängel, die in den Unterstützungsanträgen zu Tage traten, beschlossen die Kommissionsdienststellen (die Generaldirektionen Regionalpolitik und Umwelt), in allen begünstigten Ländern zweitätige Workshops über die UVP zu veranstalten.

14. staat achter het streven van de Commissie om het gebruik van financiële instrumenten als onderdeel van het cohesiebeleid te bevorderen en te vergroten, daarbij rekening houdend met de huidige financiële schaarste en de financiële behoeften van de EU met het oog op de verwezenlijking van de EU 2020-strategie; is van mening dat deze instrumenten efficiënte en doeltreffende steun kunnen bieden voor investeringen in projecten die beschikken over potentiële economische levensvatbaarheid en een hefboomeffect tot stand kunnen brengen door aanvullende overheids- of particuliere investeringen te genereren, teneinde tekortkomingen van de markt in de energiesector te corrigeren en tegelijkertijd marktverstoringen tot een minimum te beperken; vindt dat financiële instrumenten moeten worden afgestemd op de specifieke behoeften van regio´s en van hun beoogde begunstigden, zodat de toegang tot financiering aanzienlijk wordt verbeterd ten gunste van een breed scala aan sociaaleconomische actoren ter plekke;
14. teilt die Meinung der Kommission zu Anreizen für und Steigerung der Verwendung der Finanzierungsmittel im Rahmen der Kohäsionspolitik unter Berücksichtigung der gegenwärtigen Finanzknappheit und der finanziellen Bedürfnisse der EU zur Vervollständigung der Strategie „Europa 2020“; ist der Auffassung, dass Finanzierungsinstrumente eine effiziente und effektive Unterstützung für Investitionen in Projekte mit potenzieller wirtschaftlicher Tragfähigkeit darstellen und eine Hebelwirkung erzielen, indem sie zusätzliche öffentliche oder private Koinvestitionen mobilisieren, um Marktmängel im Energiebereich zu beheben, während sie Marktverzerrungen minimieren; ist überzeugt, dass Finanzierungsinstrumente auf die spezifischen Bedürfnisse der Regionen und Empfänger gezielt zugeschnitten werden sollten, um so den Zugang zu Finanzmitteln zum Nutzen einer großen Anzahl sozioökonomischer Akteure vor Ort erheblich zu verbessern;

35. wijst erop dat de politieke doelstelling van de EU2020-strategie om 3% van het bbp aan onderzoek te besteden bestaat uit een private (2%) en een publieke (1%) uitgavenquote; merkt op dat er nog steeds specifieke problemen zijn bij het halen van de 3%-doelstelling, in het bijzonder op het gebied van particuliere onderzoeksuitgaven; wijst erop dat het gebrek aan engagement op het gebied van de financiering van onderzoek een belemmering vormt voor het ontwikkelen van klimaatvriendelijke technologieën met een hoge energie-efficiëntie;
35. erklärt, dass das politische Ziel der Strategie EU 2020, 3 % des BIP für Forschung auszugeben, sich aus einem privaten Anteil (von 2 %) und einen aus öffentlichen Geldern finanzierten Anteil (von 1 %) zusammensetzt; stellt fest, dass es, insbesondere im Bereich der Finanzierung von Forschungsarbeiten mit privaten Mitteln, immer noch spezifische Probleme hinsichtlich der Verwirklichung des 3%-Ziels gibt; unterstreicht, dass das fehlende Engagement im Bereich der Forschungsförderung die Entwicklung von in energetischer Hinsicht hocheffizienten klimaschonenden Technologien behindert;

16. wijst erop dat de politieke doelstelling van de EU2020-strategie om 3% van het bbp aan onderzoek te besteden bestaat uit een private (2%) en een publieke (1%) uitgavenquote; merkt op dat er nog steeds specifieke problemen zijn bij het halen van de 3%-doelstelling, in het bijzonder op het gebied van particuliere onderzoeksuitgaven; wijst erop dat het gebrek aan engagement op het gebied van de financiering van onderzoek een belemmering vormt voor het ontwikkelen van klimaatvriendelijke technologieën met een hoge energie-efficiëntie;
16. erklärt, dass das politische Ziel der Strategie EU2020, 3 % des BIP für Forschung auszugeben, sich aus einem privaten Anteil (von 2 %) und einen aus öffentlichen Geldern finanzierten Anteil (von 1 %) zusammensetzt; stellt fest, dass es, insbesondere im Bereich der Finanzierung von Forschungsarbeiten mit privaten Mitteln, immer noch spezifische Probleme hinsichtlich der Verwirklichung des 3 %-Ziels gibt; unterstreicht, dass das fehlende Engagement im Bereich der Forschungsförderung die Entwicklung von in energetischer Hinsicht hocheffizienten klimafreundlichen Technologien behindert;

18. herinnert eraan dat bij de doelstelling van 3% van het BBP voor OO 2% afkomstig is uit de particuliere sector en 1% uit de publieke sector; constateert dat er nog steeds bijzondere tekortkomingen bestaan bij de particuliere uitgaven voor onderzoek die alleen kunnen worden ondervangen door een aanpassing van het regelgevingskader voor ondernemingen, waaronder kmo's; steunt met name de werkzaamheden van de Commissie om een nieuwe, op de reële innovatieprestatie gebaseerde kernindicator te ontwikkelen, aangezien dit informatiever is dan het afzetten van de prestatie tegen cijfermatige doelstellingen;
18. ruft in Erinnerung, dass das Drei-Prozent-Ziel aus einem zweiprozentigen privaten und einem einprozentigen, aus öffentlichen Geldern finanzierten Teil besteht; stellt fest, dass es immer noch besondere Defizite im Bereich der privaten Forschungsausgaben gibt, die nur behoben werden können, indem das ordnungspolitische Umfeld für die Unternehmen einschließlich der KMU angepasst wird; unterstützt insbesondere die Arbeit der Kommission, einen neuen Leitindikator zu entwickeln, der auf der realen Innovationsleistung begründet ist, da dies aussagekräftiger sein würde als eine Messung der Leistung anhand zahlenmäßiger Zielvorgaben;

De controle van de Rekenkamer bracht tekortkomingen in het ontwerp van de maatregel aan het licht, die de succesvolle uitvoering ervan belemmeren: op het niveau van de Commissie was de situatie in de bosbouwsector in de EU niet specifiek geanalyseerd waarmee het voorstel voor specifieke financiële steun ter verbetering van de economische waarde van bossen van particuliere eigenaren of gemeenten had kunnen worden onderbouwd.
Die Prüfung hat Schwachstellen bei der Konzeption der Maßnahme deutlich gemacht, die eine erfolgreiche Umsetzung stark behindern: Die Kommission hat keine spezifische Analyse der Situation des Forstsektors in der EU vorgenommen, um den Vorschlag, spezifische Beihilfen für die Verbesserung des wirtschaftlichen Wertes der Wälder in Privat- oder Gemeindebesitz zu gewähren, zu begründen.

De Commissie pleit niet voor één specifiek type pensioenstelsel. De Commissie constateert dat particuliere en kapitaalgedekte pensioenen steeds belangrijker worden voor het pensioeninkomen van de EU-burgers in veel lidstaten.
Die Kommission spricht sich nicht für ein bestimmtes Pensions- oder Rentenmodell aus. Sie anerkennt, dass private und kapitalgedeckte Pensionen und Renten für das Ruhestandseinkommen der EU-Bürger/innen in vielen Mitgliedsländern eine immer größere Rolle spielen.

Vooruitzichten voor toekomstige bijstand Ook al is het in dit stadium onmogelijk om nauwkeurig aan te geven wat waarschijnlijk de oriëntaties en de toewijzingen voor de totale bijstand aan het Oostzeegebied voor de periode 1995-1999 zullen zijn, dan kan men toch trachten die toekomstige bijstand als volgt te omschrijven : . in totaal zal er waarschijnlijk niet minder bijstand worden verleend dan tijdens de periode 1990-1994 : de hulp vertoont de neiging zich uit te breiden, zowel in absolute bedragen of hoeveelheden als in draagwijdte; . het volume technische bijstand (waaronder ook sectorale hulp voor economische hervormingen) zal vermoedelijk dalen ten voordele van zowel op leningen als op giften gebaseerde investeringen (waaronder uitvoerkredieten, steun voor particuliere investeringen en sectorale hulp voor openbare investeringen in infrastructuurvoorzieningen); . behalve de openbare investeringen in de infrastructuursectoren, zullen de investeringsmiddelen vermoedelijk steeds meer worden uitgetrokken voor economische investeringen ter ontwikkeling van de particuliere sector waaronder : ontwikkeling van het MKB, herstructurering van de landbouw (waaronder ook de agro-industrie en de visserij) en regionale ontwikkeling; en . voor zover het bijstand van de EU en de Lid-Staten (de laatste op bilaterale basis) betreft, zal het aandeel van de technische bijstand dat specifiek bestemd is voor de ondersteuning van het Europese integratieproces (tenuitvoerlegging van de vrijhandels- en Europa- overeenkomsten, overneming van de verworvenheden van de interne markt en de daarmee verband houdende, aan toetreding voorafgaande activiteiten) naar verwachting sterk stijgen ten opzichte van andere vormen van technische bijstand.
Perspektiven der künftigen Hilfe Obwohl es zu diesem Zeitpunkt nicht möglich ist, die voraussichtliche Hilfe für den Ostseeraum im Zeitraum 1995-99 nach Ausrichtung und Höhe präzise zu definieren, kann die künftige Unterstützung wie folgt charakterisiert werden: - Die Hilfe wird insgesamt wahrscheinlich nicht geringer ausfallen als im Zeitraum 1990-94 und weist nach Höhe und inhaltlichem Umfang eine steigende Tendenz auf; - der Umfang der technischen Hilfe (einschließlich der sektorbezogenen Hilfe für die Wirtschaftsreform) wird wahrscheinlich zugunsten von Investitionen auf Darlehens- und Zuschußbasis (hierzu zählen Ausfuhrkredite, die private Investitionsförderung und sektorbezogene Hilfen für öffentliche Infrastrukturinvestitionen) reduziert; - zusätzlich zu den öffentlichen Infrastrukturinvestitionen wird wahrscheinlich in zunehmendem Maße in die Entwicklung der Privatwirtschaft investiert. Hierzu gehören die KMU-Förderung, die Umstrukturierung der Landwirtschaft (einschließlich der Agrarindustrie) und die Regionalentwicklung; - was die Hilfe der EU und der Mitgliedstaaten (letztere auf bilateraler Basis) betrifft, so wird der Anteil der speziell auf die Unterstützung des europäischen Integrationsprozesses ausgerichteten Hilfe (Umsetzung der Freihandels- und Europa-Abkommen, Übernahme der Binnenmarktgesetzgebung und die entsprechenden Aktivitäten im Rahmen der Heranführungsstrategie) im Vergleich zu anderen Formen der Hilfe voraussichtlich stark zunehmen.