2 . Iedere Staat of iedere regionale organisatie voor economische integratie kan bij de nederlegging van de akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , een bijzonder voorbehoud maken ten aanzien van de vermelding van iedere trekkende soort in bijlage I of bijlage II of in beide , en wordt alsdan ten aanzien van het onderwerp van dit voorbehoud niet als partij beschouwd tot negentig dagen na het tijdstip waarop de Depositaris de partijen in kennis heeft gesteld van de intrekking van dit voorbehoud .
(2) Jeder Staat oder jede regionale Organisation für wirtschaftliche Integration kann bei Hinterlegung seiner Ratifikations-, Annahme-, Genehmigungs- oder Beitrittsurkunde bezueglich der Anführung einer wandernden Art in Anhang I oder II oder gegebenenfalls in beiden Anhängen einen besonderen Vorbehalt geltend machen, und wird sodann in bezug auf den Gegenstand dieses Vorbehaltes nicht als Vertragspartei betrachtet, ehe nicht neunzig Tage seit der Mitteilung des Verwahrers an die Vertragsparteien über die Rücknahme des Vorbehaltes verstrichen sind.