De Ministerraad en de Nationale Loterij voeren aan dat de verzoekende partijen niet doen blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van de artikelen 3, § 1, tweede lid, 6, § 1, 2°, 7, 21, 39, 40 en 41 van de wet van 19 april 2002, omdat de verzoekende partijen niet rechtstreeks en op nadelige wijze worden geraakt door de bestreden bepalingen.
Der Ministerrat und die Nationallotterie führen an, die klagenden Parteien wiesen nicht das erforderliche Interesse an der Nichtigerklärung der Artikel 3 § 1 Absatz 2, 6 § 1 Nr. 2, 7, 21, 39, 40 und 41 des Gesetzes vom 19. April 2002 nach, da die klagenden Parteien nicht unmittelbar und in ungünstigem Sinne von den angefochtenen Bestimmungen betroffen seien.