In hun enige middel vo
eren de verzoekende partijen aan dat de bestreden
bepaling niet bestaanbaar is met de artikelen 10, 11, 12, 13, 23 en 30 van de Grondwet, al da
n niet in samenhang gelezen met de artikelen 40, 144, 145, 151 en 157 van de Grondwet, met de artikelen 4, 5, 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 9 en 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, met artikel 47 van het Handvest van de gr
...[+++]ondrechten van de Europese Unie, met het recht op toegang tot een rechter en met de beginselen van de rechterlijke onpartijdigheid en onafhankelijkheid.In ihrem einzigen Klagegrund f
ühren die klagenden Parteien an, dass die angefochtene Bestimmung nicht vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11, 12, 13, 23 und 30 der Verfassung, gegebenenfall
s in Verbindung mit deren Artikeln 40, 144, 145, 151 und 157, mit den Artikeln 4, 5, 6 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit den Artikeln 9 und 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, mit Artikel 47 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, mit dem Recht auf gerichtliches Gehör und mit den Grunds
...[+++]ätzen der Unabhängigkeit und Unparteilichkeit des Richters.