Afgezien van hetgeen zij in de in B.19 en B.21 uiteengezette middelen aanvoeren - die het Hof in B.20 en B.22 zal onderzoeken - tonen verzoekende partijen niet aan in welk opzicht een bepaalde categorie van vennootschappen zou worden gediscrimineerd ten opzichte van een andere categorie.
Abgesehen von dem, was sie in den in B.19 und B.21 dargelegten Klagegründen anführen - die der Hof in B.20 und B.22 untersuchen wird -, weisen die klagenden Parteien nicht nach, inwiefern eine bestimmte Kategorie von Gesellschaften gegenüber einer anderen Kategorie diskriminiert würde.