De besluiten van een toezichthoudende autoriteit zijn in passende omstandigheden vatbaar voor toetsing door een onafhankelijke rechterlijke instantie; de richtlijn laat het echter aan de lidstaten over om te bepalen of en in welke omstandigheden er rechten moeten worden gevestigd waarop een beroep kan worden gedaan in een administratieve of gerechtelijke procedure (tegen een toezichthoudende autoriteit of tussen de partijen bij een bod).
Die Entscheidungen eines Aufsichtsorgans können unter entsprechenden Umständen von einem unabhängigen Gericht überprüft werden. Die Richtlinie überläßt jedoch den Mitgliedstaaten die Entscheidung darüber, ob und unter welchen Umständen Rechte vorzusehen sind, die in Verwaltungs- oder Gerichtsverfahren, sei es in Verfahren gegen ein Aufsichtsorgan oder in Verfahren zwischen Parteien des Angebots, geltend gemacht werden können.