De verwijzende rechter stelt aan het Hof de vraag of de voormelde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt doordat de personen die het beroep instellen waarin artikel 8 van de wet van 30 juni 1971 voorziet, geen verlagi
ng van de geldboete kunnen krijgen onder 40 pct. of 80 pct. van de wettelijke minima, al naar het geval, terwijl zij, voor eenzelfde misdrijf, voor de correctionele rechtbank de toepassing van artikel 85 van het Strafwetboek kunnen genieten, waardoor ofwel de geldboete tot een politiestraf zou worden verlaagd, ofwel zou worden vastgesteld dat de strafvordering is
...[+++] uitgedoofd door verjaring.
Der Verweisungsrichter legt dem Hof die Frage vor, ob die o.a. Bestimmung nicht dadurch gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, dass sie den Personen, die die in Artikel 8 des Gesetzes vom 30. Juni 1971 vorgesehene Klage einreichen, keine Herabsetzung der Geldbusse unter 40 % bzw. 80 % der gesetzlichen Mindestsätze gewährt, während diese Personen für dieselbe Straftat vor dem Strafgericht die Anwendung von Artikel 85 des Strafgesetzbuches in Anspruch nehmen können, wodurch entweder die Geldbusse auf eine Polizeistrafe herabgesetzt wird oder festgestellt wird, dass die öffentliche Klage durch Verjährung erloschen ist.