"De rechten, bedoeld in de eerste, tweede en derde alinea, zijn van toepassing in geval van overlijden van een gewezen
ambtenaar die recht heeft op een vergoeding uit hoofde van artikel 50 van het statuut, artikel 5 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (8), artikel 3 van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 2530/72 van de Raad (9) of artikel 3 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1543/73 van de Raad (10) , alsmede in geval van overlijden van een gewezen ambtenaar die zijn dienst vóór
het bereiken van de ...[+++]pensioengerechtigde leeftijd heeft beëindigd en verzocht heeft in het genot te worden gesteld van een tot de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin hij de pensioengerechtigde leeftijd zou hebben bereikt, uitgesteld ouderdomspensioen.
"Die in Absatz 1, 2 und 3 vorgesehenen Ansprüche entstehen beim Tod eines ehemaligen Beamten, der Empfänger einer Vergütung nach Artikel 50 des Statuts oder nach Artikel 5 der Verordnung (EWG, Euratom, EGKS) Nr. 259/68 des Rates (8) oder Artikel 3 der Verordnung (Euratom, EGKS, EWG) Nr. 2530/72 des Rates (9) oder Artikel 3 der Verordnung (EGKS, EWG, Euratom) Nr. 1543/73 des Rates (10) ist, sowie beim Tod eines ehemaligen Beamten, der vor Erreichen des Ruhestandsalters aus dem Dienst ausgeschieden ist und verlangt hat, dass die Ruhegehaltszahlung erst am ersten Tag des Kalendermonats beginnt, der auf den Monat folgt, in dem er das Ruhestandsalter erreicht.