Vertaling van "per boom gesnoeid " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

gesnoeide kant
beraufter Schnitt

boom voor de winning van boomloof | boom voor de winning van loof als veevoeder | boom voor de winning van loof als veevoer
Schneidelholz | Schneitelholz

boom tot boom sterken
Kettschlichten

boom
Baum

hoogstammige boom
hochstämmiger Baum

laagstammige boom
niederstämmiger Baum

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

"2° inheemse boom: elke boom met een kruindiameter van minstens vier meter, behalve als er gesnoeid wordt, beschouwd als inheems in de zin van bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 8 september 2016 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 8 september 2016 tot toekenning van subsidies voor de aanplanting van heggen, houtwallen, boomgaarden, bomenrijen en voor het onderhoud van knotbomen; ";
"2° Einheimischer Baum: jeder Baum mit einer Baumkrone von mindestens 4 Metern, außer wenn der Baum geschnitten wurde, der im Sinne des Anhangs 1 des ministeriellen Erlasses vom 8. September 2016 zur Ausführung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 8. September 2016 zur Gewährung von Subventionen für die Anpflanzung einer lebenden Hecke, eines linearen Niederwalds, eines Obstgartens und einer Baumreihe sowie für den Unterhalt von gekappten Bäumen als einheimisch angesehen wird; ";

De heg kan meerdere vormen aannemen : gesnoeide haag, vrij groeiende haag, windscherm of beboste strook; 2° gesnoeide haag : heg die op een bepaalde breedte en hoogte wordt gehouden door regelmatige snoeibeurten ; 3° vrije haag : heg met een variabele hoogte en breedte waarvan de groei enkel ingeperkt wordt door een occasionele of periodieke snoeibeurt; 4° windscherm : vrije haag die bomen en struiken telt en door het aanplanten van meerdere rangen diep kan worden; 5° beboste strook : aanplanting van meerdere rangen die bomen en struiken bevat met een maximumbreedte van tien meter; 6° knotboom : boom waarvan de vorm gewijzigd wordt door het knotten van de stam en het regel- en stelselmatig snoeien van de scheuten; 7° houtwal : de aanplanting van één of meerdere rangen bomen of struiken, maximum tien meter breed, die via wortelsnoei onderhouden wordt; 8° boomgaard : aanplanting van voormalige hoogstammige fruitboomsoorten met een stam waarvan de minimumhoogte één meter tachtig bedraagt ; 9° bomenrij : bomen die op één enkele of in een dubbele rij staan ; 10° rang : rij struiken of bomen ; 11° Departement : het Departement Natuur en Bossen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst ; 12° perceel : perceel opgenomen in het kadastraal plan ; 13° de Minister : de Minister van Natuur ; 14° entomofyle soort : plantensoort met bestuiving door insecten.
Die lebende Hecke kann in mehreren Formen vorkommen: geschnittene Hecke, freiwachsende Hecke, Windschutzhecke oder Baumhecke; 2° die geschnittene Hecke: die lebende Hecke, die durch einen häufigen Schnitt auf eine bestimmte Breite und Höhe gehalten wird; 3° die freiwachsende Hecke: die lebende Hecke unterschiedlicher Höhe und Breite, deren Wachstum ausschließlich durch einen gelegentlichen oder regelmäßigen Schnitt eingeschränkt wird; 4° die Windschutzhecke: die lebende freiwachsende Hecke, die aus Bäumen und Sträuchern besteht und die durch eine mehrreihige Anpflanzung dicht werden kann; 5° die Baumhecke: die mehrreihige Anpflanzung, die aus Bäumen und Sträuchern besteht und höchstens 10 Meter breit ist; 6° der gekappte Baum: der Baum, dessen Aussehen durch Kappen des Stamms und regelmäßigen Rückschnitt der Triebe verändert wird; 7° der lineare Niederwald: die ein- oder mehrreihige Anpflanzung von Bäumen oder Sträuchern mit einer Breite von höchstens zehn Metern, die dazu bestimmt ist, zurückgeschnitten zu werden; 8° der Obstgarten: die Anpflanzung von alten hochstämmigen Obstbaumsorten mit einer Mindeststammhöhe von 1m80; 9° die Baumreihe: die in einer einzigen Reihe oder in einer doppelten Reihe angepflanzten Bäume; 10° die Reihe: eine Reihe von Sträuchern oder Bäumen; 11° die Abteilung: die Abteilung Natur und Forstwesen der operativen Generaldirektion Landwirtschaft, Naturschätze und Umwelt des Öffentlichen Dienstes der Wallonie; 12° die Parzelle: die im Katasterplan angeführte Parzelle; 13° der Minister: der Minister für Natur; 14° die entomophile Art: die durch Insekten bestäubte Pflanzenart.

- 3 euro (drie euro) per boom gesnoeid in één keer tot een hoogte van minstens zes meter in geval van loofbomen.
- 3 Euro (drei Euro) pro Baum für die Laubbäume, die in einem Male bis auf mindestens sechs Meter ausgeästet werden.

- 1,75 euro (één euro vijfenzeventig cent) per boom gesnoeid tot een hoogte vanaf vier meter en tot minstens zes meter in geval van loofbomen;
- 1,75 Euro (ein Euro fünfundsiebzig Cents) pro Baum für die Laubbäume, die ab vier Meter bis auf mindestens sechs Meter ausgeästet werden;

- 1,25 euro (één euro vijfentwintig cent) per boom gesnoeid tot een hoogte van vier meter in geval van loofbomen;
- 1,25 Euro (ein Euro fünfundzwanzig Cents) pro Baum für die Laubbäume, die bis auf vier Meter ausgeästet werden;

De toelage wordt berekend hetzij op basis van de snoeiprijs, hetzij op basis van een bedrag van 2,5 euro (twee euro vijftig) per gesnoeide boom voor de naaldboomsoorten en 3 euro (drie euro) per gesnoeide boom voor de loofboomsoorten, als de snoeiprijs die bedragen overschrijdt.
Der Zuschuss wird entweder auf der Grundlage der Kosten für die Ausästung berechnet, oder auf der Grundlage eines Pauschaulbetrags von 2,5 Euro (zwei Euro fünfzig Cent) je ausgeästeten Baum für das Nadelholz und von 3 Euro (drei Euro) je ausgeästeten Baum für das Laubholz, wenn die Kosten der Ausästugen diese Beträge übersteigen.

- 2,5 euro (twee euro vijftig cent) per gesnoeide boom in geval van naaldbomen gesnoeid tot een hoogte van minstens zes meter;
- 2,5 Euro (zwei Euro fünfzig Cents) pro Baum für die Nadelbäume, die bis auf mindestens sechs Meter Höhe ausgeästet werden;